De onderzoekers Jean Hindriks (UC Louvain) en Laurent Collot (UNamur) lanceren in een studie enkele voorstellen die de wettelijke pensioenen billijker moeten maken voor de laagste lonen en de zware beroepen.
Zo stellen ze voor om de pensioenleeftijd te koppelen aan de startleeftijd van de carrière. “Dit komt neer op het vervangen van leeftijd door de duur van de carrière in ons pensioensysteem.”
Concreet: als een referentieloopbaan 45 jaar duurt, kan wie op 18 jaar start dan al op 63 jaar met pensioen, tegenover een pensioenleeftijd van 67 jaar voor wie op zijn 22ste de arbeidsmarkt betreedt.
Hun tweede voorstel ligt in dezelfde lijn: ze stellen voor om enkele jaren pensioenvervroeging toe te kennen aan mensen met zware beroepen, op basis van de zwaarte van het beroep. Mogelijke criteria zijn fysieke belasting, stress, veiligheidsrisico’s en mentale belasting. Het beroep van pakweg een brandweerman is volgens die maatstaven veel zwaarder dan dat van een kantoorbediende.
Sociale correcties
Aan zulke sociale correcties hangt uiteraard een prijskaartje. De onderzoekers stellen voor de meerkosten op te vangen via een verlaging van de hoogste pensioenen. Die maatregel zou het mogelijk maken voor werknemers in zware beroepen, die vaak lagere pensioenen hebben, om eerder met pensioen te gaan zonder dat ze financieel inleveren tegenover de huidige regeling.
“Een verrassend resultaat van onze simulaties is dat dit geen onoverkomelijke last legt op beter betaalde werknemers”, voegen ze eraan toe. Dat komt omdat de pensioenen in de hoogste schijf al snel drie keer hoger liggen dan die van de laagste schijf.
Anders gesteld: mits een klein offer van de hoogste lonen is er voldoende marge om werknemers in zware beroepen enkele jaren vroeger met pensioen te laten gaan.