De financiële transfers van Vlaanderen naar Wallonië zijn al decennia een heikel punt. Het onevenwicht wordt de komende decennia verhoudingsgewijs niet groter, maar kleiner, zo voorspelt een studie. Dat heeft alles te maken met de verschillen in demografie.
Een nieuwe studie van de professoren Willem Sas (KU Leuven/University of Stirling) en Tom Truyts (KU Leuven/Saint Louis) bouwt voort op eerder academisch werk over de financiële stromen tussen de drie gewesten. Ze brengen de veelbesproken ’transfers’ tussen de regio’s in kaart.
Voor alle duidelijkheid: dat zijn geen echte stortingen van het ene gewest op de rekening van een andere regio. Het gaat om de afwijking tegenover het nationale gemiddelde qua bijdragen (belastingen en sociale bijdragen) aan de gemeenschap, min de verkregen sociale uitkeringen (waaronder de pensioenen).
Wat blijkt? Vlaanderen en Brussel betalen netto meer dan het nationale gemiddelde en zijn dus de twee ‘bijdragers’. Wallonië is de ‘ontvanger’.
Verouderende bevolking
De studie waagt zich aan een prognose:
- In 2028 zou Wallonië 12,9 miljard euro ‘ontvangen’: 8,8 miljard euro van Vlaanderen en 4,1 miljard euro van het Brussels Gewest.
- In historisch perspectief is de Vlaamse transfer 8,8 miljard euro bijna vergelijkbaar met de 8,5 miljard euro in 2023 en 2024.
- En in verhouding tot de hele economie, gemeten via het bruto binnenlands product, dalen de Vlaamse transfers naar Wallonië: van 1,47 procent van het bbp in 2023 tot 1,29 procent in 2028.
👉 “De algemene trend overheen de hele tijdsperiode is duidelijk: de pensioenuitkeringen (zowel private als ambtenarenpensioenen) en uitgaven in de gezondheidszorg wegen steeds zwaarder door in Vlaanderen omwille van haar verouderende bevolking”, schrijven de onderzoekers. “Dit tempert in toenemende mate de uitgaande financiële stroom vanuit Vlaanderen, en zal zich blijven versterken tot de vergrijzingsgolf achter ons ligt.”